Tiramisù

Tiramisù

Recept voor 8-10 personen

Tiramisù betekent 'trek me op': tirare-trekken; mi-me; su-op. Er is koffie in verwerkt en dus een opkikkertje na het eten.

Gebruik geen kommen en lepels waar mogelijk een (uien)luchtje aanzit, omdat dit de smaak nadelig kan beïnvloeden. Laat rauwe eieren nooit te lang buiten de koeling staan en klop eiwit altijd met schoon materiaal, anders slaat het dood.

Ingrediënten
  • Een kwart liter sterke espresso
  • 2 eetlepels amaretto
  • 2 savoiardi (lange vingers) per persoon
  • een pond mascarpone
  • 100 gram suiker
  • 4 eidooiers, 2 a 3 eiwitten
  • mespuntje zout
  • een schepje oploskoffie
  • cacao
Bereiding

Haal de mascarpone tijdig uit de koelkast. Doe een schep suiker in de warme koffie en wanneer deze is afgekoeld de amaretto. Leg de in de koffie gedrenkte lange vingers op een platte schaal en zet deze in de koelkast. Sla de eiwitten stijf met een mespuntje zout. Mix de eidooiers en de suiker bleekgeel. Mix op lage stand kort de mascarpone door het eigeelmengsel en voeg eventueel wat oploskoffie toe (niet te lang mixen, want de korrels moeten niet helemaal oplossen). Spatel het eiwit heel voorzichtig door het mengel en stort het geheel over de lange vingers. Zet de schaal een paar uur in de koelkast. Vlak voor het serveren ruim bestrooien met cacao.